Zo'n apparaat als een relaisregelaar heeft drie verplichte onderdelen: een sperstroomrelais, een spanningsregelaar en een stroombegrenzer. Er zijn drie weerstanden in de behuizing van het apparaat zelf. Het lichaam is met speciale sleuven aan de elektrische machine bevestigd, waarbinnen schokdempers zijn geïnstalleerd en gaten voor bouten. Via de stalen band van de bovenpoot is het apparaat verbonden met de machine. Onder het deksel wordt een rubberen pakking geplaatst die met verschillende schroeven is vastgeschroefd. De koffer is samen met het deksel beschilderd met email.
Een spanningsregelaarrelais is nodig om de spanningsparameters op de generatorklemmen te stabiliseren in het geval van een toename van het aantal ankeromwentelingen en consumenten worden uitgeschakeld. Zonder zo'n relais kan het verhogen van de spanning negatieve gevolgen hebben. Bij een klein aantal omwentelingen treedt de relaisregelaar helemaal niet in werking.
Het ontwerp van een dergelijk apparaat als een relaisregelaar is vrij eenvoudig: een juk, een kern, een magnetiserende wikkeling, een magnetische shunt, een anker (vibrator), veren, ophangingen, een beugel, wolfraamcontacten, een afstelplaat, schroeven voor de plaat en klemmen. Het anker zal naar de kern worden aangetrokken wanneer de stroom door de wikkeling gaat, maar de veerhoudt de contacten permanent in de normale, gesloten positie. U kunt de kracht waarmee de veer wordt uitgerekt veranderen door de beugel te buigen. U kunt de opening tussen de kern en het anker veranderen met een stelplaat.
Wanneer de spanning op de generatorklemmen toeneemt, neemt ook de spanning in de bekrachtigingswikkeling toe. Bij een lage ankerrotatiesnelheid zullen de contacten gesloten zijn, omdat de magnetische flux die wordt gecreëerd door de stroom op de kernwikkeling te klein zal zijn. Met een toename van de ankersnelheid neemt ook de spanning op de klemmen toe. Hierdoor zal ook de stroom in de wikkeling toenemen. Samen met de toename van de stroom, zal de magnetische flux toenemen. Onder invloed van de magnetische flux zal het anker naar de kern worden aangetrokken. De contacten gaan open en het circuit wordt verbroken. Wanneer de spanning afneemt, sluiten de contacten onder invloed van de ankerveer en wordt de weerstand van het circuit uitgeschakeld. Dit proces gaat continu gepaard met veranderingen in het aantal omwentelingen van het anker. De toename van de spanning op de klemmen met toenemende RPM wordt dus beperkt door de opname van weerstand in het circuit.
In het kader van dit onderwerp is het noodzakelijk om een dergelijk apparaat te noemen als een generatorrelais-regelaar. Door de gewenste spanningswaarde toe te passen op een onderdeel van de generator als de rotor, stelt dit relais de uitgangsparameters voor de generator in.
Zo'n apparaat kan verschillende ontwerpen en een ander werkingsprincipe hebben. Het is belangrijk om de aanwezigheid of afwezigheid van borstels in een dergelijk relais te noteren. Ook moderne apparaten genaamd relais-De regelaar kan de laadspanning van de batterij wijzigen afhankelijk van de belasting van de generator, de luchttemperatuur en de vochtigheid. Bovendien informeren ze de motorregeleenheden over de parameters van de generator.
Relaiswerking wordt bewaakt met een rode controlelamp. Het wordt in het circuit opgenomen nadat het contact is aangezet.